In Bunnik vertellen vier moeders hoe Buurtgezinnen verschil maakt in een periode waarin zorg en opvoeding extra zwaar kunnen zijn. Aan de keukentafel delen Adèle, Laura, coördinator Linda en wethouder Julie d’Hondt hun ervaringen. Steun vanuit de gemeenschap blijkt onmisbaar voor gezinnen waarin ziekte een grote rol speelt.
Ongeveer één op de vier kinderen in Nederland groeit op met een zieke ouder. Voor Adèle Pintilie werd die combinatie moeilijk toen zij vier jaar geleden de diagnose borstkanker kreeg. “Het behandeltraject was zwaar. Mijn zoontje Jeremy was toen anderhalf, hij is een energiek en aanhankelijk kind,” vertelt ze. De grootouders wonen in het buitenland, waardoor extra hulp niet vanzelfsprekend was. “Op internet vond ik Buurtgezinnen en dacht: dat is wat ik nodig heb. Een plek waar mijn zoontje fijn kan spelen, zodat ik ook even rust heb.”
Toen Buurtgezinnen anderhalf jaar geleden in Bunnik startte, meldde Adèle zich direct aan. “Door mijn ziekte ben ik nog steeds heel moe en heb ik weinig energie. Natuurlijk vond ik het ook lastig om hulp te vragen. Maar soms heb je geen keus en moet je je trots opzijzetten. Dit is gewoon echt wat ik nodig had.”
Coördinator Linda van Eck koppelde haar aan Laura van Kessel, die samen met haar gezin juist iets wilde betekenen voor een ander. “Wij hadden plek over in ons gezin en ons hart en wilden daar iets mee doen,” zegt Laura. Het toeval wilde dat de gezinnen elkaar al kenden. “Bij de kennismaking ontdekten Adèle en ik dat we elkaar al kenden van het voetbalveld! Onze zoontjes voetballen allebei bij de Kikkers en hadden wel eens met elkaar een bal geschopt.”
Sinds de koppeling voelt Jeremy zich thuis in zijn Buurtgezin. Laura: “Inmiddels is Jeremy hier helemaal gewend. Hij gaat nu zelf bij de kippen in de achtertuin kijken. En als de jongens samen een treinbaan bouwen, zijn ze allemaal trots.” Adèle noemt Laura’s gezin inmiddels het “bonusgezin, waar hij een fijne plek heeft en altijd terecht kan.”
Ook wethouder Julie d’Hondt was aanwezig bij het gesprek en ziet in Buurtgezinnen precies het soort ondersteuning dat de gemeente belangrijk vindt. “Geen hulpverlening met allerlei professionals en therapieën, maar gewoon zorgzaam zijn naar elkaar. Zo kunnen we veel met elkaar oplossen en voorkomen we dat problemen opstapelen.”
In de woorden van Buurtgezinnen: opvoeden doen we samen. Laura benadrukt dat die rollen flexibel zijn. “Wij zijn nu steungezin en Adèles gezin is vraaggezin. Maar het had ook andersom kunnen zijn.”










